Continu meten met sensoren

Emissies in Nederland worden momenteel veelal vastgesteld met behulp van emissiefactoren. Wanneer een emissiearm stalsysteem of techniek op de markt wordt gebracht, worden hier emissiefactoren voor ammoniak, geur en fijnstof aan toegekend. Het nieuwe systeem en/of de techniek is daarbij vaak op vier verschillende veehouderijbedrijven doorgemeten. De toegekende emissiefactoren worden echter in het maatschappelijk debat in twijfel getrokken aangezien de emissies in de praktijk nogal verschillen tussen verschillende bedrijven. Tevens kan het zijn dat het stalmanagement niet correspondeert met de systeembeschrijving (leaflet), waardoor de emissies hoger kunnen uitpakken dan de vastgestelde emissiefactoren. Het gebruik van sensoren kan de vaststelling van emissiefactoren verbeteren en in de toekomst de emissies borgen.
Bron foto: Eddy Teenstra, Koe in stal (© Eddy Teenstra)

Sensoren

Inhoudsopgave
Met sensoren kunnen bedrijfsspecifiek de werkelijke emissies van een veehouderijbedrijf worden gemeten. Sensoren leveren daarbij continu data op over de emissiemetingen en geven daarmee continu inzicht over de emissies op het bedrijf. Dit geeft de veehouder informatie over de effecten van emissiereducerende technieken, bron- en/of managementmaatregelen zoals minder ruw eiwit in het voer.

Koeien stoten bijvoorbeeld minder ammoniak uit wanneer er minder ruw eiwit in het voer zit. De meetdata geven een veehouder de mogelijkheid om actie te ondernemen op basis van de specifieke situatie op het bedrijf. Naast de veehouder en de overheid, kunnen ook ketenpartijen geïnteresseerd zijn in de werkelijke emissies en de mogelijkheden om deze te beperken. Bijvoorbeeld om met behulp van deze informatie producten met een duurzaamheidsclaim en mogelijke meerwaarde op de markt te brengen. Naast inzicht bieden aan de veehouder, kunnen sensoren dus bijdragen aan de informatievoorziening over de emissies binnen de keten en een betere borging bieden van de gestelde emissiefactoren van staltechnieken.

De Rijksoverheid werkt nauw samen met de sector, ketenpartijen en andere belanghebbenden bij de (door)ontwikkeling van bedrijfsspecifiek meten met sensoren. Er wordt daarbij ook samengewerkt met de provincies, gemeenten en omgevingsdiensten.

Onderzoek op het gebied van meten van in de veehouderij

De afgelopen jaren is er veel onderzoek gedaan op het gebied van het meten van concentraties en emissies in de veehouderij met sensortechnologie. Wageningen University & Research (WUR) heeft in opdracht van het ministerie van LNV een quick scan over sensoren uitgevoerd.

Enkele belangrijke conclusies uit het rapport zijn:

  • Van de sensoren voor het meten van de concentraties ammoniak, methaan, fijnstof en geur, zijn de sensoren voor het meten van ammoniak en methaan het meest ver ontwikkeld. Voor fijnstof zijn de sensoren minder goed ontwikkeld en voor geur is de ontwikkeling nog in de beginfase.
  • De toepassing van sensoren hangt af van de bedrijfssituatie. In mechanisch geventileerde stallen, bijvoorbeeld bij varkens, is het gemakkelijker om te meten. In open stallen is het moeilijker mogelijk om met behulp van sensoren betrouwbare continue metingen te verkrijgen. Betrouwbaar meten van de luchtverversing (debietmetingen) in (zeer) open stallen is bijvoorbeeld lastiger.
  • De gewenste nauwkeurigheid van sensoren en meetmodellen hangt af van het doel en het niveau waarvoor ze worden gebruikt. Een doel kan zijn om de sensoren te gebruiken voor eigen inzicht van de veehouder (informeren), ten behoeve van duurzaamheidslabels en/of claims inzake een duurzame bedrijfsvoering (stimuleren) of het kan dienen als bewijsvoering richting de vergunningverlener (borgen).

De quick scan is te vinden via de volgende link: Quick scan sensortechnologie voor monitoring luchtkwaliteit en emissies in de veehouderij (wur.nl)

De nadelen van continu meten

Aan het continu meten van emissies zitten zoals beschreven vele voordelen. Nadelen zijn er echter ook.

Allereest zijn stallen in Nederland niet gebouwd met in het achterhoofd dat ze meetbaar moeten zijn voor emissiemonitoring. Wanneer een veehouder een doelvoorschriftvergunning zou willen aanvragen op basis van continu meten zou het kunnen zijn dat eerst de stal aangepast moet worden.

Ten tweede zijn er kosten voor het meten van de stalemissies die naar schatting 10 tot 20 duizend euro bedragen per jaar. Het is belangrijk dat de emissies op wetenschappelijk verantwoorde manier worden gemeten, maar hier zit dus wel een prijskaartje aan.