Methaan

Methaan is een broeikasgas. Er zijn verschillende soorten broeikasgassen, waaronder koolstofdioxide (CO₂), methaan (CH4), lachgas (N2O) en waterdamp (H2O in gasfase). Het ene broeikasgas is sterker dan het andere. Methaan is een sterk broeikasgas: een kilo methaan heeft net zo veel effect op de opwarming van de aarde als 25 kilo koolstofdioxide (CO₂).

Methaan in de veehouderij

De belangrijkste bronnen van methaan in Nederland zijn de productie en het gebruik van fossiele brandstoffen (kolen, olie, gas), afvalverwerking en veehouderij. Van de methaanemissie in Nederland komt twee derde uit de veehouderij. Binnen de veehouderij is 77% van de uitstoot van methaan afkomstig uit de melkvee- en rundveehouderij en 14% uit de mestopslagen van de varkenshouderij.

Hoe ontstaat methaan?

Methaan ontstaat bij het verteren van voer door met name runderen en bij het opslaan van mest in de mestopslag.

Ongeveer 75–80% van het methaan in de veehouderij komt vrij bij het verteren van het voer door micro-organismen in het maagdarmkanaal van herkauwers (pens- en darmfermentatie), met name bij runderen. De koe ademt het methaan uit of laat deze door te boeren ontsnappen: het zogenaamde enterisch methaan. Ook andere dieren (en mensen) stoten methaan uit bij vertering van voedsel.

Ongeveer 20–25% van het methaan uit de veehouderij komt vrij door fermentatie van mest in de opslag. Fermentatie is het omzetten van mest door aanwezige bacteriën. Het gaat om mest uit de melkvee-, geiten-, kalver- en varkenshouderij. Het fermenteren van kippenmest veroorzaakt nauwelijks methaan omdat dit van nature een vrij droge meststof is.

Dit laatste is ook de reden waarom dit onderzoek zich vooral richt op de melkvee- en rundveehouderij in Nederland. In dit project gaan we samen met veehouders aan de slag om meer oplossingen voor het integraal aanpakken van methaan èn ammoniak praktijkrijp te maken.