Nieuws

Agrifirm: 'Luchtwasser speelt rol in integraal stalconcept'

(Agrifirm)
Samenvatting
  • Regio
    Brabant
  • Onderwerp
    Emissie, Luchtwasser
  • Interessant voor
    Varkenshouder
Agrifirm ontwikkelt een integraal stalconcept. Aan de basis daarvan staat een snelle afvoer van verse mest die is verdund met een ammoniakarme vloeistof. Een ammoniakstripper, warmtewisselaar, chemische luchtwasser en mestbewerking maken er ook deel van uit.

In het Brabantse Wanroij is bij de familie Egelmeers een proefopstelling ingericht in een bestaande stal met smalle, diepe hokken en ondiepe putten met een rioleringssysteem. De ammoniakuitstoot van deze stal is standaard al 1 kilo per vleesvarkensplaats per jaar, in plaats van de traditionele 3 kilo.

In twee proef- en twee referentieafdelingen zijn in 2018, 2019 en 2020 metingen uitgevoerd. 'Die bieden voldoende perspectief om de proefopstelling op te schalen', zegt projectleider Jan Schellekens van Agrifirm Exlan Advies.

In de kelders staat ongeveer 10 centimeter ammoniakarme spoelvloeistof. De verse verdunde mest wordt iedere twee à drie dagen afgevoerd en gescheiden in een dunne en een dikke fractie. Vervolgens wordt de dunne fractie met warme stallucht gestript. Een deel van het mestvocht verdampt en de ammoniakarme vloeistof die overblijft wordt gebruikt als spoelvloeistof

Vervanger kunstmeststikstof

Na het strippen wordt warme ventilatielucht door een chemische combiluchtwasser geleid, omdat die het minste spuiwater geeft. Het stikstofgehalte in het spuiwater is door de toegepaste technieken hoger dan 40 kilo per kuub. Schellekens rekent met het dubbele en dat kan worden aangewend als vervanger van kunstmeststikstof.

Doordat de dikke en dunne fractie worden gescheiden, bevat de dikke fractie minder ammoniumstikstof en relatief meer organische stof. De mest is daardoor beter te verwerken in een (mono)mestvergistingsinstallatie en er kunnen bij covergisting meer kuubs varkensmest worden bijgemengd. 'En per kuub mest kan het wel tot drie keer meer duurzame energie opleveren', geeft Schellekens aan.

60 procent reductie

Uit de metingen in de twee afdelingen blijkt dat de ammoniakuitstoot met bijna 60 procent is gereduceerd. Hiermee lijkt het mogelijk om in de dierverblijven met de al aanwezige andere bronmaatregelen op 85 procent reductie uit te komen.

Verder blijkt dat tijdens het strippen, naast stikstof, ook een substantieel deel van het vocht verdwijnt. Het mestvolume daalt daardoor van 1 kuub naar circa 0,6 kuub. Bovendien blijkt dat tijdens het strippen onder andere ook stof en fijnstof worden afgevangen, waardoor de geuruitstoot kleiner wordt.

Schellekens zegt dat hij voor aanpak bij de bron is, maar noemt de chemische combiluchtwasser in deze opstelling onmisbaar. Hij spreekt van een brandblusser. 'Alleen bronaanpak is met de hoge eisen die Brabant en Limburg stellen aan emissies in onze ogen te wankel. Het gaat altijd wel een keer fout met het mest- en liggedrag. De luchtwasser is je back-up.'

Emissie continu gemeten

Bovendien verwacht Schellekens dat het niet lang meer duurt tot onder andere de ammoniakemissie in elke stal continu wordt gemeten, door ontwikkelingen in de sensortechniek. Een van de eerste vragen die vaak bij mestverwerking wordt gesteld is: 'Hoeveel kost het?' Schellekens kan daarop nog geen antwoord geven. Daarvoor moet eerst nog meer worden getest.

Met de kennis van nu stelt Schellekens dat het verdienmodel van het integrale concept zit in een reductie van het mestvolume, een hogere kwaliteit van het spuiwater en een lager poorttarief, omdat de verse ingedikte mest in de vergister hoger rendeert. Afhankelijk van hoeveel emissie er moet worden beperkt, kunnen delen van het totale concept worden weggelaten.

Acht proefafdelingen

Bij de familie Egelmeers is de proefopstelling opgeschaald naar acht afdelingen. In januari starten de eerste metingen. Als dat voldoende resultaat oplevert, wordt een voorlopige emissiefactor aangevraagd en wil Agrifirm aanhaken bij de tweede ronde Subsidiemodules brongerichte verduurzaming stal- en managementmaatregelen (Sbv).

Maar voor een definitieve erkenning moet nog een langdurig traject worden doorlopen, zegt Schellekens. Een erkenning als emissiearm systeem voor de RAV-lijst verwacht hij niet voor begin 2023. Dat betekent volgens hem dat er oog en aandacht blijft voor andere technieken om ammoniakarme spoelvloeistof te maken uit de dunne fractie.

Ook zijn er plannen om het integrale stalconcept uit te breiden met een warmtewisselaar waarmee de stallucht wordt geconditioneerd. 'Zodat in koude perioden meer kan worden geventileerd en de hoeveelheid te verdampen mestvocht wordt vergroot naar mogelijk 60 procent.'
Mest is eigenlijk een waterprobleem, vervolgt Schellekens. In het ideale plaatje wordt warmte uit de wisselaar ingezet om van het digestaat mestkorrels te maken. 'Die zijn rijk aan organische stof en essentiële voedingsstoffen. En korrels kun je gemakkelijk transporteren.'

Het idee voor een energieneutrale stal zonder emissies

Het integrale stalconcept waaraan Agrifirm werkt, begon in 2013 met het idee voor een stal zonder emissies die energieneutraal is, reststromen hergebruikt en zorgt voor een optimaal stalklimaat. 'Een revolutionaire stal. Helemaal out-of-the-box bedacht', geeft projectleider Jan Schellekens van Agrifirm Exlan Advies aan. De uitgangspunten van die stal zitten ook in het integrale stalconcept waaraan nu wordt gewerkt. Binnen het proefproject werkt Agrifirm nauw samen met Wageningen University & Research en het ministerie van LNV. Het onderzoek is onderdeel van het onderzoeksprogramma Veehouderij & Klimaat van het ministerie, naast coöperatie Agrifirm medefinancier van het project.

(Bron tekst: Nieuwe Oogst)