Methaanuitstoot verminderen door innovatieve fokmethoden
Onderwerp
onderzoek, methaanuitstoot, fokken
Interessant voor
melkveehouders, adviseurs
Recent onderzoek heeft aangetoond dat fokken om methaanemissie door enterische fermentatie van koeien een reductie van 13% per generatie kan opleveren. Vanuit dit onderzoek wordt gewerkt aan fokwaarden voor methaan zodat veehouders dit mee kunnen nemen in hun stierkeuze. Daarnaast heeft de genetica van melkvee ook invloed op methaanemissie via het micro-organisme in de pens (ook wel microbioom). Aangezien de genetica van een koe voor een deel de samenstelling van het microbioom in de pens bepaald. Door te achterhalen welke specifieke micro-organisme erfelijk zijn en effect hebben op methaanemissie, kunnen we deze soorten meenemen als een additioneel kenmerk in de fokkerij. Ander onderzoek heeft aangetoond dat het fokken om de methaanuitstoot te reduceren via aanpassingen in het microbioom in de pens het reductiepotentieel verhoogd van 13% naar 17% per generatie. Dit benadrukt het belang en de effectiviteit van het opnemen van microbioom-gegevens in fokprogramma’s.
Fokprogramma’s verbeteren met microbioom-data
Het grootste obstakel bij de toepassing van deze methode op grote schaal is echter de huidige manier waarop microbiota monsters in de pens worden verzameld voor onderzoek. Traditioneel wordt dit gedaan door de koe te intuberen en een kleine hoeveelheid vloeistof uit de pens te pompen, een procedure die zowel tijdrovend als invasief is, en daardoor ongeschikt voor grootschalig gebruik. Een alternatieve methode die minder belastend en kosteneffectief is, zijn wangslijm monsters. Deze methode is veel eenvoudiger uit te voeren en zou, indien bewezen effectief, de weg vrijmaken voor grootschalige implementatie voor fokprogramma’s.
Pilotstudie en grootschalige toepassing
In 2020 zijn door de groep Dierlijke Voeding van Wageningen Livestock Research zowel pensmonsters als wangslijm monsters verzameld van kalveren op éénjarige leeftijd. Dit onderzoek had als doel een relatie aan te tonen tussen de twee bemonsteringsmethoden en de methaanuitstoot. Hoewel deze mogelijke relatie werd aangetoond bij jongvee, is het nog onduidelijk of dezelfde relatie geldt voor volwassen lacterende dieren, die verantwoordelijk zijn voor een aanzienlijk grotere methaanuitstoot. Daarom is het belangrijk om ook microbioom-gegevens van lacterende melkkoeien te verzamelen.
In januari 2024 is de groep Dierlijke Voeding een pilotstudie gestart waarbij zowel pensinhoud monsters als wangslijm monsters worden verzameld van 24 lacterende melkkoeien. Tijdens deze pilot zal worden getest of de microbiota van de twee bemonsteringsmethoden gerelateerd zijn en of de microbiota verkregen uit wangslijm monsters functioneel gerelateerd is aan de gemeten methaanuitstoot.
Als de pilot succesvol is, zal de analyse worden uitgebreid naar een groter onderzoek van 150 dieren. Deze uitgebreide studie zal onderzoeken of pens vloeistofbemonstering vervangen kan worden door wangslijm monsters voor het bepalen van microbioom-fokwaarden. Indien succesvol, zou dit een revolutie kunnen betekenen voor de fokkerij van runderen met lage methaanuitstoot.
Conclusie
Het nieuwe onderzoek biedt een veelbelovende aanpak voor het verminderen van methaanuitstoot bij runderen door middel van innovatieve fokmethoden die gebruik maken van microbioom-data. Door de complexiteit van het huidige monsternameproces te vereenvoudigen, zou deze methode breed toepasbaar kunnen worden en een significante bijdrage kunnen leveren aan de reductie van broeikasgasemissies in de veehouderij. De resultaten van deze studies kunnen niet alleen bijdragen aan het milieu, maar ook de duurzaamheid en efficiëntie van de veehouderij verbeteren, wat van groot belang is voor de toekomst van de landbouw.