Direct aan de slag met het dierspoor

De methaanemissies tussen dieren verschillen. Het ene dier heeft genetisch meer aanleg om methaan uit te stoten dan het andere. Bij koeien is dit uitgebreid door Wageningen Livestock Research onderzocht. Hieruit blijkt dat er verschillen zijn in de genetica van koeien op het gebied van emissies (‘nature’). Daarnaast zijn er mogelijkheden om het microbioom en de spijsvertering te sturen (‘nurture’). Beide zijn oplossingsrichtingen op het gebied van het dierspoor. Het dierspoor richt zich momenteel met name op koeien.

Met goed diermanagement zijn de emissies van methaan en ammoniak te verlagen. Een sterk punt van dit type oplossingen is dat ze zelfs rendabel kunnen zijn, omdat ze kunnen bijdragen aan de groei van dieren en de productie verhogen.

Verbeteren diergezondheid voor koe, varken, kalf en geit

Gezonde dieren hebben een efficiëntere stofwisseling en hogere productie dan zieke dieren. Alle functies in het lichaam zijn in evenwicht en ook het afweersysteem kost minder energie en eiwit. De emissies per eenheid product zijn bij gezonde dieren dus relatief laag. Gezonde dieren leven ook langer, waardoor in de melkveehouderij (potentieel) minder jongvee aangehouden hoeft te worden en hogere producties per koe te realiseren zijn.

Jongvee opfok reduceren bij koeien

Jongvee veroorzaakt net als andere diercategorieën emissies, maar is niet productief. Optimaliseren van de hoeveelheid jongvee werkt dus emissiereducerend, zonder dat het productie beïnvloedt. In de praktijk zoek je als veehouder naar een juiste balans tussen een lange levensduur, persistentere koeien, een hoge productie en een uitgekiend selectiebeleid bij zowel inseminatie als bij jongvee dat wel of niet wordt aangehouden. De invoering van fosfaatrechten in 2017 is al een motivatie voor veehouders om minder jongvee aan te houden. Vrijwel alle veehouders proberen dus al een goede balans te vinden en de opfok van jongvee te beperken.

Onderzoek

Meer informatie over onderzoek naar het dierspoor vind je hier.